Friday, July 1, 2016

Zekerheid is een futiele deugd

Waarschijnlijk het meest desastreuze moment in de geschiedenis van de Bijbel was de verwoesting van de Tempel van YHWH in 70 AD. Die Tempel was al een paar keer eerder ingebroken, geplunderd en vernield, maar in het jaar 70 begreep iedereen dat deze keer de verwoesting totaal was, en geen mogelijkheid tot terugkeer open liet. Je kan zelfs zeggen dat de vroegste vorm van formeel Christendom in feite ontstond omdat klassiek Judaïsme probeerde om te gaan met het verlies van de Tempel.


Reliëf van de Boog van Titus in Rome, ter ere van de verwoesting van Jeruzalem in 70 AD.

Tot ongeveer de derde eeuw na Christus was Christendom niet duidelijk apart van het Judaïsme maar één van de vele vormen daarvan. Namelijk een vorm dat de verwoesting van de Tempel  zag als onderdeel van het grotere verlossingspatroon en als een gebeurtenis die moest worden geabsorbeerd in theologische modellen.

Het sterven en opstaan van Jezus van Nazareth had vier decennia vóór de verwoesting plaats gevonden, en toen Titus zijn legioen naar Jeruzalem marcheerde was Paulus al zeker een jaar of twintig een formidabel religieus en politiek boegbeeld geweest. Paulus was zelfs zo'n prominente meneer dat hij op het matje was geroepen bij minstens één Joodse koning en twee Romeinse gouverneurs, en uiteindelijk op transport is gezet om door de Caesar zelf te worden ondervraagd. Dat gebeurt je natuurlijk niet als je zo maar een willekeurige lastpost bent.

Lang vóór 70 AD lagen Paulus en zijn collega's al in het Romeinse vizier, en was de dialoog tussen Rome en de Joodse opstandelingen in volle gang. Maar toch refereert Paulus in geen enkel van zijn brieven aan de vier evangeliën die we hebben, en hij noemt ook erg weinig van de sleutelgebeurtenissen die de evangeliën domineren. Dat lijkt erop te wijzen dat het evangelie als literair genre pas vlak vóór de verwoesting van de Tempel ontstaan is, maar pas na de verwoesting goed op gang kwam (na de dood van Paulus). Dat zou kunnen verklaren waarom de verwoesting van de Tempel zo'n belangrijk thema is van de evangeliën maar niet van de brieven van Paulus.

Een poosje geleden kwam een goede vriend bij ons langs, en vertelde ons dat hij en zijn vrouw een huis hadden gekocht ergens ver weg. Ze gaan komend jaar met pensioen. We zaten op het balkon en keken uit over de wereld, en in de verte zagen we een klein groepje jongelui. Sommige van hen waren aan het voetballen en anderen stonden te praten en te gebaren en te duwen en te trekken.

"Oud zijn is heerlijk," merkte mijn vriend op en ik was het met hem eens (al ben ik technisch gezien nog maar half oud). Ik weet nog dat ik twintig was en de adolescentie had overleefd, compleet in de war over wie ik was en boos op de wereld, totdat ik één zekerheidje vond om me aan vast te houden (vraag me niet wat dat was; het doet niet ter zake).

Ik klampte me aan dat zekerheidje vast alsof het een eilandje was in een zee van chaos, en ik zette mijn hele hebben en houden in om nog zo'n zekerheidje te vinden. Ik ging iedereen te lijf die aan mijn zekerheidje twijfelde en drong het aan iedereen op die ik maar tegenkwam.


Ik vond mijn tweede zekerheidje, en plaatste die bovenop de eerste. Toen vond ik een derde, en een vierde, en zo bouwde ik de eerste toren van wat mijn Tempel van Zekerheid aan het worden was. Het was groots, gouden en onverwoestbaar. Ik werd benijd, bewonderd en alom geciteerd. En het viel allemaal uit elkaar.

Op een bepaalde zaterdagavond, heel wat jaren terug, stond ik buiten in de tuin en keek naar de sterren, warm van mijn overtuigingen, toen ik een "stem" hoorde.

De stem vroeg me één vraag en al klonk die vraag heel eenvoudig kon ik hem niet beantwoorden. Niet dat ik geen feitelijk antwoord kon ophoesten of een oplossing van een ingewikkeld wiskundig probleem kon samenstellen. Helemaal niet. Ik zag het antwoord heel duidelijk voor me: het was half-half.

Met een enorme lichamelijke schok kwam de realisatie dat mijn hele tempel op een fundatie stond die hem niet kon dragen. Ik leerde die zaterdagavond dat alle zekerheid een illusie is en dat mijn tempel een tempel was voor mij en niet voor God. Dientengevolge pleurde de hele handel in elkaar.

Ik kreeg een psychose waardoor ik wekenlang helemaal uit de roulatie raakte, en jaren later nog de kluts kwijt kon zijn. Het is een heel wonder dat ik in die tijd mijn verstand niet verloren ben of van een flatgebouw ben afgesprongen. Mijn brein moest door een reboot heen en moest worden gedefragmenteerd, gecentraliseerd en ontzekerd.

Ik verwachtte waanzin en dood aan de andere kant maar tot mijn grote verbazing gebeurde er iets anders. Ik zal de lezer niet lastig vallen met bloemrijke metaforen, want als de lezer geen ervaring heeft met de verwoesting van diens eigen tempel dat zal de lezer er toch niets van begrijpen. En zo wel, dan heb ik al genoeg gezegd.

Mijn vriend heeft van die rare ogen die niet beweging als hij je aankijkt en je helemaal zenuwachtig maken als je iets te verbergen hebt. Ze zijn (en hoe zal ik het zeggen?) "helemaal open". Het is het meest wonderlijke ding om in staat te zijn om in dat soort ogen te kijken en helemaal geen schaamte te voelen.


No comments:

Post a Comment