Friday, May 27, 2016

De menselijke geschiedenis II: Goddelijke spraak

Spraak is een regelrecht wonder

Spraak is een regelrechte wonder, iets dat moderne mensen vaak vergeten. Het vereist gespecialiseerde lichamelijke hardware en een brein dat in staat is tot ongelooflijke abstracties. Volgens sommige modellen begon spraak mogelijk geworden als gevolg van een mutatie op het Y-chromosoom (Crow, Tyler-Smith) en terwijl sommige onderzoekers zich afvragen waarom, als mannen spraak hebben uitgevonden, vrouwen er zo goed in zijn geworden, zijn Schrift Theoristen zoals wij van Abarim Publications meer gecharmeerd van de parallel met Genesis 2:22.

Taal (het gevolg van de mogelijkheid om te kunnen spreken) is net zo'n mirakel want het vereist overeenstemming tussen mensen over enorme gebieden en lange periodes. Tot op de twintigste eeuw waren mensen er van overtuigd dat de diverse talen van de wereld compleet aparte dingen waren, en waren heel verbaasd over de "toevallige" maar heel duidelijk overeenkomsten tussen talen van mensengroepen die elkaar onmogelijk konden hebben ontmoet.

Meer geavanceerde taaltheorie, echter, begon aan te tonen dat alle menselijke talen in feite heel erg op elkaar lijken, en dat ze allemaal zijn gebaseerd op hetzelfde werkingsprincipe, namelijk syntax. Alle talen bestaan uit dingen zoals werkwoorden en zelfstandige naamwoorden, en ze zijn allemaal afhankelijk van de relaties tussen de woorden.

Al lijken ze dan heel divers, de talen van mensen zijn net zo identiek als hun lichamen.

Edward O. Wilson
Vervolgstudies hebben aangetoond dat DNA op bepaalde fronten net zo werkt als taal  (Gariaev, Delrow). Sommige enthousiastelingen concludeerden daarop dat aliens al het DNA op aarde hebben voorzien van hun hartelijke groeten (en dat hulpvaardig in onze eigen mensentaal, dat wij op ons eigen houtje hadden weten te ontwikkelen) maar de werkelijke toedracht zit hem natuurlijk in het omgekeerde. Mensen vormen niet alleen hun cellen in navolging van hun DNA maar ook hun sociale bindingen.

De beroemde bioloog Edward O. Wilson heeft eens opgemerkt dat de individuele mier niet bestaat: mier-DNA komt inclusief het sociale gedrag dat mieren aanzet om reusachtig complexe mierenhopen te bouwen, en het zelfde geldt voor mensen en hun talen. De talen van mensen lijken zoveel op elkaar omdat het DNA van mensen zoveel op elkaar lijkt, en taal en DNA lijkt zoveel op elkaar omdat ze eigenlijk hetzelfde ding zijn.

Mensentaal resoneert met DNA en DNA is niet een saaie code die we slaafs moeten gehoorzamen maar opwindende verhalen waar we graag naar luisteren. Levende wezens zijn geen machines die draaien op software; ze dansen op genetische muziek.




Stel je eens voor hoeveel factoren er allemaal moeten meewerken om een steenkool tekening te bewaren voor slechts een paar jaar. De kans dat zo'n tekening de tand des tijds overleefd voor tienduizenden jaren is piepklein en het feit dat we er relatief zoveel hebben geeft aan dat in de oudheid de wereld bezaaid was met graffiti: wegwijzers, totems en waarschijnlijk een heleboel gewoon voor de mooiigheid.

De prachtige Lascaux grotschilderingen

Geschreven taal evolueerde uit plaatjes, en het kan best zo zijn dat de eerste kunstvoorwerpen waren bedoeld om gesprekken aan te wakkeren, en dit om uit te vissen hoe andere mensen bepaalde dingen noemden (Genesis 2:19). Het is ook aannemelijk dat voor dat mensen een echte taal begonnen te ontwikkelen ze in melodien "spraken" en dat muziek zich eerder ontwikkelde dan gesproken taal. Dat suggereert dat muziek begonnen is als een instrument voor het vormen van sociale banden met andere mensen en stammen. En dat wil zeggen dat spraak wellicht is ontstaan als verbetering van muziekale communicatie.

Taal is niet een autonoom ding, net zoals DNA dat niet is. Maar gesproken taal is een uitdrukking van DNA, en vormt dientengevolge haar eigen verbale biosfeer. En net zoals, volgens sommige modellen, de biosfeer ooit bestond uit een enorme hoeveelheid eencellige organismes, zo zal de sfeer van menselijke taal ooit hebben bestaan uit een grote hoeveelheid verschillende proto-woorden.

In de biosfeer zijn de meeste eencellige wezens uitgestorven (al bestaat zelfs vandaag de dag de meeste biomassa op aarde uit eencellige organismen) maar sommige overlevenden zijn begonnen met samen te klonteren tot kolonies. Op een soortgelijke manier begonnen menselijke spraak te polariseren in talen, waarin mensen uit grote gebieden dezelfde concepten begonnen te associëren met dezelfde geluiden.

Taal maakte het mogelijk om dingen te beschrijven en te bespreken die niet direct zichtbaar waren, en de kunst van het verhalenvertellen zal daar een logisch gevolg van zijn geweest. Verhalen gaven de mensen de gereedschappen om abstracties te verhandelen. Verhalen werden verteld en herverteld, toegepast en aangepast, als metaal in een smederij (Psalm 12:6). Sommige versies raakten vergeten maar anderen werden kampvuur hits en later de archetypes waar iedereen bekend mee werd.

In de biosfeer werden de complexe kolonies voorbijgestreefd door wezens die in feite hyper-sociale kolonies van eencellige wezens waren: meercellige organismen. In de taalsfeer begonnen mensen hun archetypen te compileren, waaruit tradities ontstonden, die de levensadem vormde van collectieve culturen.

In Hebreeuws is het woord voor bij, namelijk, deborah, de vrouwelijke vorm van het mannelijke woord dabar, dat "Woord" betekent, of het "-logie" deel van woorden zoals mythologie en sociologie.

Vroeger suggereren theoristen wel eens dat religie was ontstaan omdat mensen bang waren, of de harde werkelijkheid inruilden voor zoetsappige fantasieën over hemels vol met druiven en zo, maar het is nu langzamerhand voor iedereen duidelijk dat het zo niet gegaan is.

Mythologen verbazen zich over de similariteiten tussen de diverse mythologische systemen die de oudheid opgeleverd heeft, maar de reden hiervan is dat al die systemen dezelfde natuurlijke principes weergeven, namelijk de werkingsprincipes van DNA. Alle DNA bevat code dat een schepsel er toe aan zet om zijn eigen code te reproduceren. Dat is precies wat menselijke taal ook doet. Op het genetische niveau is een bacterie net zo complex als een mens, net zoals op het niveau van taal een vers verzonnen verhaal net zo complex is als een gouwe ouwe mythe. Maar verhalenvertellen volgt precies dezelfde progressie van complexiteit als leven.

Archeologen vragen zich af waarom na honderden millennia van ontspannen foerageren de mensheid zomaar ineens land begon te bebouwen (want dat is veel meer werk en levert erg weinig of helemaal geen directe voordelen op). Er zijn natuurlijk heel wat theorieën geopperd om dat te verklaren, maar wij van Abarim Publications denken dat het te maken heeft met dat mensen de drang naar urbanisatie uit hun eigen mythen begonnen te halen. Een agrarische samenleving kan meer mensen in hetzelfde gebied onderhouden, en dat betekent meer geleuter en dus meer uitwisselingen van ideeën, en dat is een commando direct uit ons genetische hart. Onze genen bepalen onze mythen, en onze mythen bepalen onze cultuur.

Het is nog steeds een mysterie waar DNA vandaan komt want als natuurlijk fenomeen lijkt het de tweede hoofdwet van de thermodynamica te overtreden. Concentraties van energie moeten volgens die wet uiteindelijk glad gestreken zijn, en alle materiële structuren moeten uiteindelijk tot stof vervallen. Met andere woorden: de entropie (populair gezegd: de mate van chaos, en wat minder populair: de mate van stilte) van een gesloten systeem moet altijd toenemen, en een natuurlijke formatie van DNA lijkt de verkeerde kant op te wijzen. DNA kan niet zomaar ontstaan, net zoals een BMW niet zomaar kan ontstaan.

De oplossing van dit probleem komt als je je herinnert dat "tijd" één van de vier hele echte dimensies van de kosmos is, en het zogenaamd gesloten systeem waar leven zich in afspeelt strekt zich uit over miljarden jaren. Dat wil zeggen dat het heelal de formatie van DNA kan aanmerken als een investering in orde (entropie neemt af) die later wordt terugbetaald in een veel grotere wanorde (entropie neemt veel mee toe).

Een biosfeer van levende wezens met hun onvoorspelbare vrije wil levert een veel hogere, zelfs "transfinitieve" entropie op dan een berg stof (maximale entropie). Het zou best wel eens zo kunnen zijn dat het heelal het ontstaan van leven helemaal in overeenstemming ziet met die tweede hoofdwet van de thermodynamica, zolang levende wezens niet op hun voorspelbare krent blijven zitten (Genesis 15:6).

In een wat meer poëtische aanpak van thermodynamica: menselijk DNA is stiller dan elk ander DNA, en de Thora is stiller dan elke andere religieuze expressie. De enig mogelijke uitkomst van evolutie -- wat Johannes in Openbaring 21-22 het Hemelse Jeruzalem noemde -- zal op één of andere manier DNA weerspiegelen, dat het heelal weerspiegelt, dat de Schepper weerspiegelt.

... en gij zult stil zijn



Friday, May 20, 2016

De menselijke geschiedenis

Wij van Abarim Publications raken zelden van de kook, maar voor het chauvinisme van het evolutionaire paradigma maken we graag een uitzondering.

Sinds de Romeinse tijd hebben mensen er op aangedrongen dat alles dat niet is zoals wij, automatisch inferieur is. In meer recentere tijden leverde dit het idee op dat onze anatomisch identieke voorouders achterlijke bruten moeten zijn geweest, die bloot om een kampvuurtje zaten af te wachten tot hun lege hoofden zich spontaan vulden met het verlangen om koeien te gaan melken, en de goede smaak om leiders aan te stellen om braaf aan te gehoorzamen (in ongeveer 9000 voor Christus).




Het wordt wel eens gezegd dat de mens een diersoort is met geheugenverlies maar het is erger dan dat: cultureel chauvinisme heeft het groene licht gegeven aan de massamoord van miljoenen mede-modernen, en heeft de rest van ons beroofd van onze collectieve kinderjaren.

Energie (waar de materiële wereld van gemaakt is), DNA (waar de biosfeer van gemaakt is), en bewustzijn (waar de menselijke cultuur van gemaakt is) lijken zoveel op elkaar dat je ze kan zien als drie iteraties van hetzelfde primaire principe: drie keer hetzelfde fundamentele idee. En alle drie deze media kwamen tevoorschijn uit het niets, en bleven daarna in principe hetzelfde maar veranderden drastisch in toepassing, als een auto die geparkeerd kan staan of over de weg kan razen zonder dat de eigenlijke auto verandert.

Het heelal ging van singulariteit (auto geparkeerd) naar hoe het er tegenwoordig bij staat (auto raast over de snelweg) omdat het heelal dat vanaf het begin al in zich had (als een auto die zomaar uit een fabriek komt rollen, zonder goede reden). Ondanks de verhalen van bepaalde mensen doet leven precies hetzelfde. Wetenschappers schatten dat leven vier miljard jaar geleden is begonnen, als een kudde eencellige wezentjes dat ons voorouderlijk DNA al in zich droegen.

Dit voorouderlijk DNA was toen (auto geparkeerd) net zo ingewikkeld als nu (auto raast). Tot de wanhoop van klassieke evolutietheorie is leven niet begonnen op fietsniveau of kruiwagenniveau. Het is begonnen op model-T niveau en is sindsdien ongeveer gelijk gebleven. Onze verre eencellige voorouder draaide op dezelfde harde software als wij doen.: namelijk op een kolossaal ingewikkelde set instructies die geschreven zijn in een volledige gevormde genetische taal.

Leven verandert van vorm maar niet van principe. Dat heel ingewikkelde principe heeft altijd bestaan.

De sfeer van bewustzijn volgt precies hetzelfde profiel: helemaal compleet vanaf het eerste begin, maar zonder conventie (breed variërend intellectuele overeenstemming). Homo sapiens heeft nu zo'n beetje 200.000 jaar bestaan, en ze zijn altijd precies zoals wij modernen geweest. Ze hadden onze emoties, ons gevoel voor medeleven, onze theory of mind, ons gevoel voor planning, logica en het oplossen van problemen,

Vóór het ontstaan van taal (waarvoor een brede overeenstemming nodig is) waren mensen net zo slim als nu en ze waren zeker niet doofstom. Ze hadden dezelfde hersenen en dezelfde strottenhoofden als wij en konden elk dier in het bos imiteren. Voor ze begonnen te praten -- dat wil zeggen: voor ze het eens begonnen te worden over hoe dingen genoemd moesten worden -- moeten mensen voornamelijk gecommuniceerd hebben met natuurlijke klanken: grommen, tongklikken, roepen met diverse intonaties, precies zoals hun mededieren communiceerden.

Met andere woorden: de voorouderlijke Homo sapiens (en waarchijnlijk ook Australopithecus and Neanderthalers) spraken dan wel geen algemeen beschaafd Nederlands, ze spraken vloeiend Leeuw, Gnoe, Aap en alle andere dierentalen van de wereld. Prehistorische mensen begrepen precies wat een dier allemaal liep te roepen als het angst of honger of frustratie uitdrukte, en konden hun eigen beslissingen daaraan aanpassen. En omdat ze het meest waarschijnlijk dieren beschreven waren de eerste woorden waarschijnlijk onomatopoetisch: aanpassingen van dierengeluiden (woef woef, grom grom).

Niet zoals de parodie-achtige Flintstones geeft de reuzeleuke film The Croods aan dat de algemene houding naar de mensen van de prehistorie aan het veranderen is.
Onze voorouders hebben altijd verhalen verteld, en lachten en huilden en droomden en planden. Hun gedachten waren tot de rand gevuld met kennis over de natuurlijke wereld, en hun vermogen om hun krachten te bundelen maakte ze praktisch onverslaanbaar. Met verstand van zake kan diergedrag nauwkeurig worden voorspeld, en een dagelijkse patrouille kon grote gebieden vrij van roofdieren houden. Nauw samenwerkende teams kunnen makkelijk leeuwen en dergelijke aan, en grote dieren werden routinematig opgejaagd en geslacht. Onze voorouders liepen door hun territorium trots als beren en behendig als roedels wolven. Ze hadden absoluut niets te vrezen. Vergeleken met de moderne stadsmens leefde onze prehistorische voorouders werkelijk in een Hof van Eden.

Mensen zijn natuurlijke probleem-oplossers en het feit dat we gedurende tienduizenden jaren nauwelijks ons gedrag veranderden laat zien dat we weinig problemen op te lossen hadden. Eten was doorgaans overal beschikbaar -- het groeide gewoon aan de bomen! Studies tonen aan dat prehistorische mensen heel weinig tijd moesten investeren in hun levensbehoeften en de rest van de tijd konden hangen en buurten.

De Geissenklostere fluit, van 40,000 voor Christus, is één van vele gevonden muziekinstrumenten


Veertigduizend jaar oude fluiten met drie of vijf gaten zijn gevonden in Duitsland, en wat overblijft na zo'n lange tijd moet wel deel zijn geweest van een reusachtige voorraad. De Duitse fluiten zijn gemaakt van bot of ivoor en hebben flink wat tijd gekost om te fabriceren. Dat geeft aan dat die fluiten en de muziek die je er mee kon maken niet de dag daarvoor waren uitgevonden.

Tienduizenden jaren voordat onze voorouders agrariërs werden zaten ze in de bossen lekker te jammen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat ze ook niet allerlei koren en orkesten vormden en dat ze hun muzikale kunsten niet net zo serieus namen als wij tegenwoordig doen.

Deze adembenemende schilderijen uit de Chauvet Grot dateren van 30,000 voor Christus.
Omstreeks dezelfde tijd dat onze voorouders muziek begonnen te maken begonnen ze ook te schilderen en beeldhouwen, en het feit dat we nu nog zoveel kunstvoorwerpen uit het Stenen Tijdperk overhebben geeft aan hoeveel er in de tijd geweest moeten zijn. Bewoonbare plekken blijven vaak bewoond en omdat woonplekken geregeld van een nieuw inrichting worden voorzien is het bijzonder zeldzaam om hele oude versiersels te vinden. En dat we er nog zoveel hebben suggereert met klem dat de oude wereld net zo bol stond van graffiti als onze moderne wereld.

Onze voorouders waren niet stil en hielden zich niet schuil. Precies het omgekeerde. Ze deden hun uiterste best om opgemerkt te worden. Er was erg weinig competitie en het enige waar mensen behoefte aan gehad zullen hebben was vermaak en opwinding. Net als moderne dolfijnen die het meeste van hun tijd doorbrengen met spelen moeten prehistorische mensen niet anders dan lol getrapt hebben, met familie en nabij wonende stammen.

Het complex bij Göbekli Tepe werd gebouwd lang voordat landbouw werd uitgevonden en mensen in steden begonnen te wonen.
Net als ons moderne Internet had het prehistorische Internet als functie om bij te blijven met de nieuwste songteksten en kampvuur hits. Zoveel zelfs dat men gigantische party centers neerzette om op geregelde tijden de mensen uit hele regio's samen te brengen, allemaal lang voordat landbouw begon.

Van het complex bij Göbekli Tepe, bijvoorbeeld, zijn alle juiste mensen heel sacherijnig geworden omdat dit het oude idee dat onze voorouders maar suffe sullen waren voorgoed de nek omgedraaid heeft. Göbekli Tepe laat zien dat lang voordat landbouw begon, mensen in complexe samenlevingen opereerden. En dat suggereert met klem dat ze wel de kennis maar niet de wil hadden om steden te bouwen en geiten te fokken.

Onze voorouders hadden dezelfde soif-de-vivre als wij vandaag de dag hebben. Tienduizenden jaren voordat men land begon te bebouwen hadden onze voorouders al schepen in het water en navigeerde ze met behulp van de sterren naar verre oorden. Voor geen enkele noodzaak maar puur voor de fun staken ze hele oceanen over en stichtten ze overal kolonies -- en een kolonie heeft minimaal twintig mensen nodig om te beginnen dus de theorie van het per ongeluk weggedreven vissersechtpaartje kan niet de wereldwijde bevolking van eilanden verklaren. Het is met opzet gebeurd, en van te voren gepland.

Mensen bouwden wat ze maar wilden en waar ze maar wilden. Ze bloeiden overal en beheersten de hele natuurlijke wereld lang voordat ze dieren, planten en uiteindelijk zichzelf domesticeerden.


Friday, May 13, 2016

Waarom je waarschijnlijk geen Christen bent (maar iets veel beters)


Door de jaren heen hebben mijn thuisgroepers aardig wat te verduren gekregen vanwege mijn wilde theologieën, maar niets doet ze meer kokhalzen en tekeer trekken als wanneer ik opbiecht dat ik geen Christen ben.

Bijbelstudies over Christen-zijn lopen geregeld uit op hysterische vechtpartijen en meer dan eens ben ik ondersteboven aan het wc plafond vastgeplakband.

Mijn thuisgroepers, namelijk, zijn in de eerste plaats Christen, en pas redelijk als alle andere paden der Sapientia uitvoerig zijn bewandeld. Met al die bloeddorstige immigranten en terroristen die tegenwoordig overal op de loer liggen zijn verklaringen van alliantie net als geheime wachtwoorden, en een beheerst onderzoek van alternatieven heeft plaatst gemaakt voor vlagzwaaien, strijdkrijten en modder gooien naar alles wat anders is.

Zelfs de Volledig Andere, die ooit bekend stond als iedereen's Schepper, is naar het niveau van stamtotem gekatalambanoot, en is nu niet meer dan een veredeld logo der uitverkorenen.

Maar, zoals Hij zei door de woorden van Jesaja: Kom en laten we samen redeneren (Jesaja 1:18).

In het oude Israël, moet je weten, werd je niet tot koning gekroond maar gezalfd. Het werkwoord daarvoor is masah, en een "gezalfde" (een koning dus) heette messiah. Dat zelfde werkwoord in het Grieks is chrio en het zelfstandige naamwoord dat daarbij hoort is christus.

Christus is niet een naam maar een heel gewoon Grieks woord. Het betekent letterlijk "gezalfde" en werd gebruikt als synoniem voor een Joodse koning van  Judea.

Toen in 63 voor Christus de Romeinse generaal Pompey een einde maakte aan de Joodse Hasmoneanse dynastie, kwam een nationalistische beweging op gang van mensen die helemaal geen zin hadden in de Romeinse bezetting, van de Romeinen af wilden en wederom een Joodse koning op de troon van Judea wilden hebben (zie Johannes 6:15).

Aangezien de wereld in die tijd Grieks sprak stond die Joodse koning bekend als christus, en de nationalistische Joden die deze christus op de troon wilde hebben waren de originele Christenen. Het woord "Christen" betekent "supporter van de koning" en hoort bij een politieke partij. Toen Jezus verscheen en het duidelijk werd dat Hij en niemand anders de werkelijke christus was, werden de dingen pas echt ingewikkeld.

In de Bijbel hebben mensen die een unieke functie bekleedden doorgaans een unieke naam. Daarom zijn er maar één AdamNoachAbrahamIsaacDavid en Salomo in de Bijbel. De naam Jezus, echter, was in de eerste eeuw net zo gewoon als Jan, Piet Joris en Korneel in de onze. En dat heeft wat te betekenen.

In de oudheid gold je achternaam als CV. Het gaf aan waar je vandaan kwam en dus waar je je officiële opleiding had genoten en dus in welke algemene richting je ongeveer dacht. Daarom spreken we over Paulus van Tarsus, Archimedes van Syracuse, Simon van Cyrene en Hypathia van Alexandria.

De biografen van Jezus (die drommels goed wisten wat ze deden) hadden Hem aan Bethlehem kunnen koppelen om zo Zijn koninklijke herkomst aan te geven. Of zelfs aan Jeruzalem om aan te geven dat Hij daar menig intellectueel robbertje had gevochten en gewonnen. Maar nee, men koos om Jezus aan Nazareth te binden en Nazareth was zo'n duf gehucht dat geen enkele schrijver uit die tijd er aan refereerde (we kennen de namen van meer dan 100 dorpjes in die omgeving en tijd). Dat lijkt te suggereren dat Nazareth niet de naam is van een werkelijke nederzetting maar een op maat gemaakte bijnaam van Jezus. Het betekent Verspreid.

Met andere woorden: de naam Jezus van Nazareth betekent De Gewone Man Uit Waar Dan Ook. De biografen van Jezus hadden waarschijnlijk hun vrijheden om bepaalde dingen op bepaalde manieren te zeggen en hun unanieme adoptie van deze bijzondere naam heeft waarschijnlijk alles te maken met het centrale punt van hun boodschap.

Het evangelie van Jezus Christus legt uit dat de uiteindelijke manifestatie van de mensheid hem niet zit in een keizerrijk waarin elk individu onderworpen is aan de nukken van een of andere vergoddelijkte keizer -- zelfs niet als die keizer de bijnamen heeft van Koning der Koningen, Zoon van God, Redder der Wereld (die namen hoorden oorspronkelijk bij de eerste Romeinse keizer Augustus, die keizer was toen Jezus werd geboren; dit is allemaal geen toeval) -- maar in de autonomie van elk menselijk individu, waar dan ook vandaan en hoe dan ook genoemd.

Als de mensheid haar maximum wil bereiken moet elk individu een gezalfde koning zijn. En een gezalfde koning ben je als je geen aardse superieuren hebt, als je helemaal vrij bent om te doen wat je wilt en daarmee helemaal verantwoordelijk voor je eigen daden en voor je eigen leven.




De schrijvers van het Nieuwe Testament legden met klem uit dat de volgelingen van Jezus van Nazareth niet "supporter van de gezalfde" zijn maar gezalfden zelf (2 Korinthiërs 1:21, Hebreeën 1:9, 1 Johannes 2:20). En laat dat maar even inzinken: Een supporter van de zalving is niet zelf een gezalfde. Volgelingen van Jezus zijn geen supporters van de zalving maar ondergaan de zalving. Zij zijn niet Christen maar Christus.

Het Griekse woord christianos komt drie keer voor in de Bijbel:




  • In Handelingen 11:26 merkt de auteur op dat in Antiochië de volgelingen van Jezus voor het eerst Christenen werden genoemd. Dat heeft niets te maken met de geboorte van dat woord, maar met de frustratie van de auteur over dat mensen de bevrijdingsbeweging van Jesus verwarden met een luidruchtige politieke partij.
  • In Handelingen 26:28 spreekt Paulus met Herodus Agrippa, waarop de koning giechelt dat Paulus zo overtuigend is dat hij hem bijna in een christianos verandert. Dit is een soort van half-leuk omdat de familie van Herodus dan wel over Judea regeerden (als spek-en-bonen monarchen) maar niet Joods waren (ze kwamen uit Idumea). In de loop van de decennia had de familie van Herodus heel wat aanvaringen gehad met de werkelijke christianoi.
  • In 1 Petrus 4:14-16 wordt het zelfs nog duidelijker gemaakt. Als je uitgekafferd word vanwege de naam Christus, dan ben je gezegend. Zorg er voor dat mensen daarentegen geen reden hebben om je een moordenaar, dief of booswicht te noemen. En als ze door domheid gedreven je een christianos noemen, verblijd je dan in de naam Christus (en natuurlijk niet in de naam christianos).

Volgelingen van Jezus Christus zijn Christussen, niet Christenen. Niet één of andere keizer ver weg maar elke christus is de Zoon van God en Redder der Wereld. Niet één of andere belangrijke meneer in een groot gebouw zal de mensheid naar het Nieuwe Jeruzalem leiden maar de vrijheid en autonomie van elk mens onder God. De Schepper communiceert zelf met het hart van iedereen die gezalfd is in de Heilige Geest, en er is geen autoriteit hoger dan dat.

Na de Joodse Opstand van 66 tot 70 AD volgden drie eeuwen waarin het Romeinse Rijk zijn best deed om de meest verwoestende opstand van allemaal neer te slaan: namelijk het geloof dat een individu -- elk individu -- er toe deed en waarde had; even zoveel waarde als wie dan ook, tot aan de keizer aan toe. Het Romeinse Rijk kon alleen functioneren als de onderdanen sidderden en beefden voor hun leiders en geen moeilijke vragen stelden.

Praat over het einde van "alle heerschappij, alle macht en kracht" (1 Korinthiërs 15:24), en "niemand leider noemen" (Mattheus 23:10) konden de Romeinen niet gebruiken. Dat was regelrecht hoogverraad en funest voor de Romeinse staatsmachinerie.

Maar deze ideeën bleken zo aantrekkelijk voor de gewone mens dat geen marteling of executie het dood kon houden. Het bleef maar opstaan! Deze mensen hadden geen leider die je om zeep kon brengen. Ze hadden geen hoofdstad om te vernietigen, en geen heilige symbolen om te schenden. Ze kiemden overal, als groene steeltjes tussen de stenen van Romeinse tempels. Ze negeerden landsgrenzen als vogels op hun trek. Ze aanbaden niets en niemand dan alleen de Schepper. Ze studeerden de natuur om zo God beter te kunnen begrijpen (Romeinen 1:20) en wilden niets horen van magische rituelen die het geloof in het Romeinse Rijk onderhielden.

Constantijn de niet-zo Grote
Uiteindelijk, in de vierde eeuw na Christus, kreeg aspirant-keizer Constantijn een briljant idee. Als hij niet Mozes naar de berg kon brengen, dan moest de berg maar naar Mozes. Als deze irritante rebellen niet wilden buigen voor de persoonscultus van de keizer, dan moest de persoonscultus van de keizer maar naar de rebellen. En zo nam Constantijn de De Gewone Man en maakte hem Keizer Gewone Man!

Het kostte wel wat manuren, maar met behulp van een grote menigte schriftgeleerden en dergelijke werd de niet-gecentreerde beweging van de Gewone Man op het aambeeld van de Romeinse Rijkstheologie gevouwen en in vorm gebeukt. De functie van dit nieuwe Christendom was hetzelfde als dat van de Romeinse Rijkstheologie, namelijk het in toom houden van de massa.

Een officiële verklaring bepaalde dat er niet heel veel Gewone Mensen waren die allemaal de Zalving konden ondergaan en dus allemaal vrije individuen konden worden, maar slechts één: De door God gezonden Gewone Man, de Keizer van het Heelal, in plaats waarvan de aardse keizers regeerden.

Alle andere mensen moesten gehoorzaam buigen voor deze enige echte Gewone Man, die werd gerepresenteerd door de keizer voor idereen's gemak.

De relatie tussen de enige echte Gezalfde en de Schepper en diens Geest werd zodanig uitgelegd dat er van het Joodse monotheïsme weinig overbleef. Het dogma van de Drie-éénheid probeerde een probleem op te lossen waar niemand in duizend jaar Jodendom in de verste verte aan had gedacht, en al was het totaal kunstmatig leverde het een aantrekkelijke parallel op met de oude Capitolijnse godentrias, die in het hart van Rome werd aanbeden.

De Capitolijnse godentrias
De beroemde "nederdaling ter helle" van Jezus komt ook nergens in de Bijbel voor maar is wel een centraal thema in Grieks-Romeinse mythologie.

Herdertjes liggen doorgaans niet bij nachte midden in de winternacht, zelfs niet in Judea, maar de geboorte van Jezus op de kortste dag van het jaar kwam mooi overeen met de ideeën van de cult van Sol Invictus, waar Constantijn een grote fan van was.

Pasen, idem dito, was niets dan het lentefestival van Astarte in een nieuw jasje.

Het woord voor "heilige" wordt in de Bijbel zonder uitzondering toegepast op elke aardse volgeling van Jezus, maar werd in het nieuwe Christendom een religieuze rang. Het beeld van een groeiende groep heiligen in de hemel nam vervolgens het bekende beeld over van mindere goden rondom de troon van Jupiter.

Het hoogste goed in het nieuwe Christendom was gehoorzaamheid aan de staat, en dus de leiders, en dat is de reden waarom we tot op de dag van vandaag in starre rijen moeten zitten als we naar de kerk gaan, en luisteren en geen op- en aanmerkingen bezigen. Dat is geenszins natuurlijk (van God) maar heeft zijn oorsprong in de opstelling van een Romeins legioen.

Jezus' meest centrale boodschap van individuele autonomie en dus verantwoordelijkheid via de inspiratie door de Heilige Geest werd simpelweg uitgegumd, en in plaats daarvan kwam een traditie van esoterische kennis dat moest worden gestudeerd voor iemand iets waardevols kon zeggen. De broederschap die deze kennis bezigde werd de nieuwe elite van de samenleving, en toelating hiertoe volgde een immergroeiende set van uitgebreide rituelen, die de magie van vroeger deed herleven.

Vandaag de dag denken mensen vaak dat de grote strijd hier op aarde zit in religie versus wetenschap, of Islam versus Christendom, of groenlingen versus McDonald's, maar nee. De meest fundamentele en kosmische strijd is autonoom individu versus Rijk, ook bekend staand als, je raadt het al: Christus versus Antichrist.

Je kan een typisch Rijk herkennen aan de leiderschapscultus, de elitaire minachting van de gewone man, en het uniform dat hij moet dragen om zijn individualiteit te ontkrachten. Een Rijk heeft doorgaans een organisatorisch manifest waaraan niet te tornen is, en legt de nadruk op lidmaatschap en ledenadministratie, rangen, etiketten, categorieën, stempels en passen, symbolen en doorgaans een heel spectrum aan uitgebreide beloftes door de plaatsvervangers van God op aarde.

Je kan een samenleving van vrije mensen herkennen beide door de afwezigheid van al die toeters en bellen, en de haat die deze mensen ontvangen van imperialisten.

Kijk eens naar de huisstijl van de Nazi's. Die is precies hetzelfde als die van Keizerlijk Rome, en het enige verschil tussen Hitler en Augustus is dat Augustus gewonnen heeft.



Beiden Rome en Nazi Duitsland haatten de Joden, want beiden aanbaden de staatsmachine, en de Joden belichaamden iets dat verder ging dan burgerlijke ongehoorzaamheid: het aanbidden van alleen de Schepper.

Dat soort mensen kan je niet onderdrukken, debatteren of verleiden. Je kan ze niet "bekeren" tot de staatsreligie want dat soort mensen zijn niet religieus om mee te beginnen. Dat was de reden dat de geïrriteerde Romeinse historicus Cassius Dio halverwege de eerste eeuw over atheisme kon spreken als "een beschuldiging waaruit vele anderen die in Joodse toestanden verzeild zijn geraakt werden veroordeeld" (67.14).

Het is leuk als mensen je mogen, maar er zijn belangrijkere dingen dan dat. Je zal misschien wel eens een pak slaag oplopen, maar bij God, kniel nooit voor een regime; niet voor de Romeinen, niet voor de Duitsers, niet voor welke dan ook. Wij behoren de Schepper toe, en wij staan continue in Zijn aanwezigheid, zonder schuld en met grote vreugde.


Ben je koningsgezind of ben je koning?


Friday, May 6, 2016

Wat bier heeft betekend voor de heilsgeschiedenis

Sinds mensenheugenis hebben wetenschappers en geschiedkundigen ons doen geloven dat de mensheid de stap van jagen-verzamelen naar agrarische en stedelijke samenlevingen hebben gemaakt vanwege mondaine overwegingen als godsdienst of de wens van mensen om bij elkaar te kruipen en veilig te zijn.

Een recente revolutie heeft dat allemaal veranderd. Nu weten we de echte reden voor de agrarische revolutie: bier!

Mensen domesticeerde gerst en brouwden bier duizenden jaren voordat ze brood bakten en bier heeft de mensheid meer dan eens van de ondergang behoed (bekijk onderstaande documentaire als je het niet gelooft).

Maar als bier inderdaad zo'n belangrijke katalysator in de menselijke ontwikkeling was, waarom wordt bier dan niet in de Bijbel genoemd?

De meeste moderne schriftgeleerden zijn het er over eens dat de agrarische revolutie is beschreven in de late patriarchale cyclus, met name in het verhaal waarin  Jakob hutten begon te bouwen voor zijn vee (Genesis 33:17). Maar waar is het bier (afgezien van de namen He-Brew en Beer-sheba)?

Het antwoord kan heel goed liggen in het woord nazid, dat afstamt van het werkwoord zud, wat "koken" betekent. Ons woord nazid komt zes keer voor in de Bijbel, verdeeld over slechts drie scènes:

(1) De profeet Haggai  beschrijft een complete maaltijd in Haggai 2:12. In het Hebreeuws komt ons woord daarin voor maar vertalingen reppen van geen bier. En dit terwijl in de oudheid bier een onderdeel was van elke goed gebalanceerde maaltijd.

(2) De profeet Elisha moest komen opdraven toen tijdens een hongersnood enkele profeten een brouwsel (nazid) hadden verzonnen van niet vermelde ingrediënten, en het was verschrikkelijk. Elisha beval de mannen om wat qemah toe te voegen. Wat dat was weten we ook niet precies maar het heeft te maken met een graanproduct, en wordt gewoonlijk vertaald met meel of bloem, maar dat is niet meer dan een gok. Maar na de toevoeging was het brouwsel was prima! Kan qemah misschien hop zijn geweest?

(3) Maar het meest onthullend is het gebruik van ons woord nazid in het verhaal van Esau (de jager en de man van het veld) en Jakob (het huis jongen). Op een dag kwam Ezau thuis van de jacht en vond Jakob over een pot nazid gebogen (Genesis 25: 27-34). Esau had daar wel zin in en verhandelde zijn geboorterecht voor een paar flinke teugen. Vader Isaac zegende vervolgens zoon Jakob, die hem een gerecht van een gedomesticeerde geitenbokje bracht en had weinig zegeningen meer over voor Esau met zijn jachtschotels (Genesis 27 ).

En even een voetnoot: mensen denken vaak dat Jakob zijn vader in de maling nam en zo de hoofdzegening wist te scoren, maar dat is natuurlijk niet waar. Isaac was blind en Jakob's vermomming was onnozel kinderspel. In zijn brief aan de Hebreeën schreef Paulus dat Isaac precies in de gaten had wie er voor hem stond, en opzettelijk zijn zegen uitsprak over Jakob en diens gedomesticeerde toekomst (Hebrews 11:20).

En bier? Naast het veiligstellen van Jakob's zegen en de toekomst van Israël , en dus Juda en dus Jezus van Nazareth, heeft bier mensen te samen gebracht en samenlevingen mogelijk gemaakt.

Bier bevat natuurlijke antibiotica die de mensen gezond hielden. Taveernen vormden een soort proto-internet, en bier veroorzaakte revoluties.

Vanwege bier vonden mensen koelkasten uit en machines die kinderarbeid overbodig maakten.

Dus de volgende keer dat je een kouwe opentrekt, spreek dan uit volle borst de onsterfelijke woorden van John Nash: Ik heb respect voor bier!

Proost!

Oh, en kijk ook naar deze leuke en interessante documentaire over Hoe Bier De Wereld Heeft Gered: